Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De mens antwoordde, en zeide tot hen: Hierin is immers [wat] wonders, dat gij niet weet, van waar Hij is, en [nochtans] heeft Hij [33]mijn ogen geopend. 33. Dat is, heeft met zulk een treffelijk wonderteken getoond dat Hij van God gezonden is; gelijk hij besluit, vs.33. Zie ook hfdst.3 vs.2.